In dit beeldhouwwerk van opmerkelijke tederheid toont Joseph Durham een jong meisje, zittend op een natuurlijke rots, terwijl ze zachtjes een langharige hond op haar schoot houdt. Blootvoets aanschouwt het kind het dier met stille genegenheid, een vinger op de lippen gelegd, alsof ze het tot rust wil manen en uitnodigt tot kalmte en slaap.
Aan haar voeten staat de inscriptie “go to sleep”, die zich aandient als een ode aan rust, onschuld en vrede. De houding van het kind, haar neergeslagen blik en de onbeweeglijkheid van het dier vormen samen een tafereel van serene harmonie. Het is een uitnodiging tot stilte, of misschien een verstild spel — een intiem moment waarin het kind haar metgezel, in een medeplichtig gebaar, influistert dat het tijd is om te slapen.
Het werk past binnen de Victoriaanse traditie van geïdealiseerde voorstellingen van de kindertijd, waarin onschuld, sereniteit en liefde voor dieren samen een universele taal vormen. De hond wordt hier het symbool van genegenheid, trouw en de diepe band tussen mens en dier.
Dit beeldhouwwerk werd tentoongesteld in de Royal Academy of Arts in Londen in 1861 (nr. 985), waar het de aandacht trok door zijn gevoeligheid en gratie. Het werd zeer waarschijnlijk kort daarna verworven door Sir F. Bennoch, en vervolgens gepresenteerd op de Internationale Tentoonstelling van Londen in 1862. In de editie van 12 juli 1862 prees The Illustrated London News het als “een nieuw, charmant en natuurlijk onderwerp… gebracht met humor en een uitstekende smaak”. Geregistreerd onder de naam van Joseph Durham als beeldhouwer en Sir F. Bennoch, Esq. als eigenaar, viel het werk op door zijn tederheid en expressieve compositie.